Lecithine vermindert de klachten !
 

Lecithine werd voor het eerst geïsoleerd in 1850 uit eidooier door Maurice Bonley. Sindsdien is het in veel meer voedingsmiddelen aangetoond. Sojabonen en andere groenten, granen, tarwekiemen, biergist, vis en eidooier zijn de rijkste bronnen. Het is een complex mengsel van onder ander verschillende fosfatiden (voornamelijk fosfatidylcholine), fosfatidylethanolamine, fosfatidylinositol en essentiële vetzuren.

Fosfatidylcholine is een krachtige emulgator van vetten die van nature in alle cellen aanwezig is. Het houdt vet en cholesterol in het bloed in oplossing, emulgeert vetten uit de voeding in de darm en speelt een belangrijke rol bij het in stand houden van de integriteit van de celmembraan.

Fosfatidylcholine wordt in het lichaam omgezet in choline, een B-vitamine met een krachtige lipotrope werking.

Choline wordt door vrijwel iedere cel gebruikt bij de synthese van verschillende fosfolipiden, proteïnen en acetylcholine, een neurotransmitter die wordt afgescheiden door de cholinerge neuronen in de hersenen, bij de parasympathische zenuwuiteinden en bij een aantal synapsen van het centraal zenuwstelsel. Acetylcholine bewerkstelligt een gereguleerde afgifte van zenuwimpulsen aan autonome effectoren als spieren en organen.

Onderzoek toont aan dat orale toediening van choline of lecithine de choline- en acetylcholinespiegels in plasma en de hersenen doet stijgen. Er zijn sterke aanwijzingen dat suppletie met choline of lecithine neurologische motorische verstoringen kan verlichten, en het geheugen en cognitieve functies kan verbeteren.

Bij sommige personen verbeterden de symptomen van tardieve diskinesie en Alzheimer na toediening van choline, lecithine of fostatidylcholine.
Andere indicaties voor lecithine zijn hypercholesterolemie, arteriosclerose, syndroom van Gilles de la Tourette, Parkinson, myasthenie, hyperactiviteit, alcoholische leververvetting en levercirrose.

 
Laatste wijziging op 15-02-2007
Copyright © vzw Vlaamse vereniging Gilles de la Tourette