OCD en OCB
 

Dit is een uitgebreid artikel over OCD. We hebben er voor gekozen om het toch op 1 superlange pagina aan te bieden zodat alle informatie tsamen blijft. Dit is zowat de inhoud van het artikel :

  • Wat is OCD / OCB?
  • Hoe vaak komt OCD voor?
  • Wat zijn de symptomen?
  • Is er een verschil tussen OCD gepaard met Tourette en OCD zonder tics?
  • De gevolgen
  • Alarmsignalen bij kinderen
  • Welke invloed heeft dit op families?
  • Wat zijn de complicaties bij OCD?
  • Wat is de oorzaak?
  • Het verloop
  • Hoe behandel je OCD?
  • Medicatie
  • Gedragstherapie
  • Ben je er klaar voor?
  • Na de behandeling
 

Lang niet iedere schoonmaakfreak of 'pietje precies' lijdt aan OCD. Men kan perfectionistisch zijn, hoge eisen stellen aan zichzelf en anderen, bijgelovig zijn en niet onder een ladder durven lopen, al eens een 'idee-fixe' hebben of twee maal gaan kijken of de deur op slot is: daarom ben je nog niet dwangziek. Extreem tijdverlies en een intens gevoel van onbehagen bij het weerstaan aan de dwang gaat bij de 'echte' OCD samen met een innerlijk besef dat er iets mis is.

Wat is OCD / OCB?

Wanneer je Tourette hebt maak je ongeveer 50% kans om ook OCD / OCB te ontwikkelen. Het treft mensen van alle leeftijden, zowel jonge kinderen als jong volwassenen, maar misschien begint het iets vaker in de puberteit.

Het is een probleem dat de neiging heeft om periodiek toe of af te nemen. Meestal begint het geleidelijk maar soms start het plotseling en neemt het vlug een ernstige vorm aan.

De symptomen van OCD zijn obsessies: vervelende of verontrustende gedachten die steeds terugkomen en compulsies: dwanghandelingen en rituelen. Dit alles manifesteert zich zo frequent het dagelijkse leven erdoor verstoord wordt.

Wanneer er dwang aanwezig is die het leven niet verstoord, m.a.w. minder dan 1 uur per dag in beslag neemt, dan spreekt men van OCB. Alle symptomen van OCD kan men ook waarnemen bij OCB, doch in mindere mate.
Opgelet: voor de leesbaarheid gebruiken we vanaf nu enkel de term OCD.

OCD kan behandeld worden, maar dan moet het eerst herkend worden. Bij kinderen lijkt het soms om onredelijke angsten te gaan, woedeaanvallen, koppige gewoonten, tegendraads zijn, niet willen meewerken of andere gedragsstoornissen.

Tieners vertonen soms een afkeer van school, mijden hun vroegere vrienden en ruziën met hun ouders. Hun ouders staan voor een raadsel en geraken gefrustreerd door dit vreemde gedrag.

Mensen met OCD weten dat hun dwanggedachten en -handelingen irrationeel en de overdreven zijn, maar toch kunnen ze er niet mee stoppen. Personen met OCD staan voortdurend onder zware stress en zijn daardoor vlug geïrriteerd, boos en gesloten.

Hoe vaak komt OCD voor?

Ongeveer twee à drie per 100 mensen heeft OCD. De gedragingen van iemand met OCD lijken 'gek', maar de persoon die ze uitvoert is het zeker niet. Doordat de OCD lijder zich zo goed van het absurde van zijn handelingen bewust is, ontstaat er ook angst om er over te praten, omdat anderen misschien zullen denken dat hij of zij gek is.

De meeste houden hun OCD daarom verborgen voor de buitenwereld en zoeken ook geen, of te laat hulp, enerzijds omdat ze vaak denken dat er geen hulp bestaat, anderzijds omdat ze zich te erg schamen. Dit verklaart tevens waarom dokters soms denken dat OCD niet zo vaak voorkomt.

Wat zijn de symptomen?

Obsessies en / of compulsies die zo ernstig zijn dat ze het werk, de studies of de familierelatie verstoren en die veel tijd op slorpen, t.t.z. meer dan één uur per dag.

De volgende obsessies kunnen zich voordoen: (deze gedachten duiken herhaaldelijk op al doet de persoon nog zo z'n best om ze te verdringen)

  • angst voor bacteriën, besmetting, vuil, vermijdingsgedrag
  • gewelddadige gedachten (bvb. zich inbeelden dat men iemand vermoordt, waardoor men als bijkomende probleem krijgt dat bvb. een kind van zichzelf begint te denken dat het doorslecht is)
  • angstaanjagende of obscene mentale gedachten
  • angst om in de toekomst iets verkeerd te doen ( fout maken op het werk, werk verliezen), of om iemand kwaad te doen
  • angst dat men misschien in het verleden fouten gemaakt heeft of schuldig is aan iets
  • pathologisch twijfelen, ook aan zichzelf, hoe men overkomt bij anderen, geen beslissingen kunnen nemen
  • de behoefte om dingen exact, tot in de details, te moeten weten of zich te moeten herinneren
  • overfocussen op onbenullige details, een bepaald idee of plan niet kunnen loslaten
  • overfocussen op ethische discussiepunten (waar / niet waar, rechtvaardig / onrechtvaardig)
  • irrationele angst dat er iets verschrikkelijk gaat gebeuren (brand, ongeval)
  • voortdurend aan voedsel en eten moeten denken
  • buitensporig denken aan of zich zorgen maken over symmetrie, orde, rangschikken en tellen, mentale spelletjes
  • zich overdreven verantwoordelijk voelen voor de veiligheid van anderen
  • niets kunnen weggooien, geen afstand kunnen doen van nutteloze of versleten voorwerpen omdat men denkt dat ze nog ooit belangrijk kunnen zijn
  • niet kunnen verdragen dat iemand te dichtbij komt (de warmte, de adem niet willen voelen, niet aangeraakt willen worden)

Compulsies: (deze handelingen worden steeds opnieuw en opnieuw uitgevoerd)

  • veelvuldig controleren van bijvoorbeeld sloten, lichtschakelaars, gasfornuis, ramen, deuren, kleding
  • dingen tellen of op een specifieke manier groeperen
  • teveel handen wassen, douchen, baden, schoonmaken, zonder een echt voldaan gevoel te krijgen
  • werk herbeginnen om het volmaakt te krijgen, teksten steeds opnieuw herlezen omdat men denkt iets gemist te hebben)
  • dingen symmetrisch schikken of in een welbepaalde volgorde
  • vragen ( steeds opnieuw) stellen
  • behoefte om te bekennen (ook onbelangrijke 'foutjes')
  • verzamelen of hamsteren van nutteloze voorwerpen (oude kranten, lege verpakkingen,vuilzak controleren, enz.)
  • voorwerpen een exact aantal keren aanraken
  • een zin die onderbroken wordt, absoluut moeten afmaken
  • helemaal moeten herbeginnen wanneer men onderbroken wordt
  • op alles wat er gezegd wordt moeten antwoorden, ook al is dit totaal overbodig (lijkt op ' het laatste woord moeten hebben'
  • voortdurend zijn kleding schikken (sokken, mouwen, kraag, das)
  • niet kunnen stoppen met een taak, altijd nog iets moeten verbeteren, controleren, toevoegen)
  • duimzuigen
  • stelen (zonder noodzaak, kleptomanie)
  • handelingen herhalen: in / uit de deur, opstaan / zitten
  • extreem nagelbijten

Rituelen slorpen veel tijd op, in ruil voor een zeer kortstondige verlossing van de dwanggedachten. Men kan veel of weinig van bovengenoemde symptomen hebben of nog andere, die ook nog eens voortdurend kunnen variëren in het verloop van de stoornis.

Is er een verschil tussen OCD gepaard met Tourette en OCD zonder tics?

Bijna alle symptomen van mensen met enkel OCD, vindt men terug bij TS. Daartegenover staat dat personen met TS + OCD soms nog andere verschijnselen hebben. OCD bij TS begint vaker in de kindertijd en gaat meer samen met een drang naar symmetrie, niet - gewelddadige gedachten, overdreven bezig zijn met het uiterlijk, staren en tellen. Er gaat ook minder angst mee gepaard, men wordt tot dwanghandelingen gedreven door de jacht op perfectie, bv. het perfecte gevoel om net door het midden van de deur te stappen, om iets perfect te zeggen, om perfect schone handen of kleren te hebben. Haren uittrekken en nagelbijten is ook meer eigen aan deze groep.

Enkelvoudige OCD manifesteert zich soms pas bij jong volwassenen en gaat meer gepaard met wassen, poetsen, angsten en vermijdingsgedrag.

Nochtans is dit geen algemene regel, individuele verschillen zijn altijd mogelijk.

De gevolgen

Kinderen of tieners geraken vaak bij het minste over hun toeren. Ze zijn zo voortdurend bezig met zich zorgen te maken over hun obsessief-compulsieve gedachten dat ze gewoon niet meer in staat zijn om ook nog aan niets anders te denken of iets anders te doen. Het gebeurt dat ze nergens naartoe willen gaan, geen honger hebben en veel op hun kamer zitten, - steeds bezig om orde in hun gedachten te scheppen en er greep op te krijgen.

Ze overstelpen hun ouders soms met vragen om gerust gesteld te worden in verband met angsten voor ziektes, oorlog of ander onheil. Handen wassen, tellen en controleren kunnen uren in beslag nemen. Soms eisen deze kinderen dat de andere familieleden hier ook in betrokken worden. Bvb.: het kind verbiedt iedereen om zijn bord, bestek, kleding of deurklink aan te raken omdat het anders besmet zou kunnen worden door ziektekiemen.

OCD bij kinderen kan zich soms ook enkel voordoen op school, waardoor ouders niet beseffen wat er aan de hand is.

Soms zijn de getroffenen meesters in het verbergen van hun symptomen. OCD kan algemene leerstoornissen veroorzaken. Deze kinderen focussen soms op kleine, onbelangrijke details, ten koste van het geheel. Deze starre fixatie op 'juistheid' staat de opname van de leerstof in de weg.

80% van de volwassenen die hierover ondervraagd werd, verklaarden als kind de grootste moeite te hebben gehad om aan de omgeving uit te leggen wat er precies in hen omging. Ze konden er gewoon geen woorden voor vinden.

Alarmsignalen bij kinderen

Deze kunnen zijn: te lang aan het huiswerk zitten, gaten in het papier, letters of cijfers die herhaaldelijk overschreven zijn.

Ook vragen steeds herhalen, moeite hebben om het huis te verlaten ( steeds op het nippertje of te laat), veel op hun kamer verblijven, kort aangebonden zijn en eigenaardige gewoonten bij het stappen of zitten.

Welke invloed heeft dit op families?

Volwassenen met OCD kunnen zich ontmoedigd voelen en een depressie ontwikkelen. Gevoelens

van intense angst, onrust en weerzin zijn gemeengoed.

Meestal geraakt de hele familie betrokken in de OCD. Ouders beginnen soms dingen te controleren in de plaats van het kind om tijd te winnen. Iedereen moet op een bepaalde manier door de deur gaan of wachten om de kamer te verlaten tot het kind tien maal het licht aan en uit heeft gedaan. De familie loopt bij wijze van spreken op de tenen rond het kind, in de hoop aldus woede-uitbarstingen en frustraties te voorkomen wanneer de dwanghandelingen niet genoeg uitgevoerd werden of niet op de juiste manier.

Wat zijn de complicaties bij OCD?

- niet naar school gaan
- door de zorgen niet goed kunnen eten of slapen
- depressief en ontmoedigd worden
- sociaal isolement
- alcohol en drug gebruik bij tieners
- familiale problemen

Wat is de oorzaak?

Alhoewel het een van de best onderzochte stoornissen is, blijven er nog raadsels.

Dit weten we:

  • OCD zit in de familie
  • er zijn afwijkingen te zien in de hersenen met zeer speciale hersenscans
  • de neurotransmitter serotonine is erbij betrokken
  • OCD kan soms veroorzaakt worden door hersenletsel of hersenontsteking
  • recente studies linken OCD aan virale of bacteriële infecties
  • al deze feiten vertellen ons dat het een fysieke stoornis is.

Heden zien we OCD dan ook meer als een neurologische hersenprobleem dan als een psychologisch probleem. Er is geen enkel bewijs dat stress of emotionele conflicten aan de basis liggen. Maar OCD symptomen kunnen wel toenemen wanneer de persoon onder stress staat.

 

Het verloop

Indien niet behandeld, is het verloop meestal chronisch met afwisselend toe- en afname van symptomen. In sommige gevallen verdwijnt het met de jaren, doch soms wordt het verloop gekenmerkt door een progressieve verslechtering.

Het gebeurt dat OCD invalidiserend is, hospitalisatie wordt noodzakelijk, uit werken gaan onmogelijk. Aan de andere kant zijn er vele succesvolle volwassenen die goed functioneren ondanks de OCD. Men zou kunnen stellen dat de meerderheid een normaal leven leidt, een leven dat echter nog succesvoller was geweest zonder de OCD. De emotionele en economische prijs die voor de OCD moet betaald worden door het individu zelf, zijn familie en de samenleving, is enorm.

 

Hoe behandel je OCD?

Medicatie

In geval het om OCB gaat, waar de dwang erg zenuwslopend en vervelend is, maar toch ook niet zo erg dat het dagelijkse leven ontreddert wordt, kan men meestal verlichting vinden met medicatie alleen.

In de jaren '70 ontdekte men medicatie, SSRI's, die de neurotransmitter serotonine beïnvloedde. Voordien bestonden er eigenlijk geen effectieve medicijnen.

Er zijn ongeveer een zestal medicamenten die helpen voor OCD. Het oudste en meest effectieve is clomipramine (Anafranil).

Doch recentere medicijnen zoals fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline hebben het voordeel dat ze minder vervelende bijwerkingen hebben. Soms kan de toevoeging van een tweede medicatie zoals lithium, clonazepam of pimozide het effect van het hoofdmedicament versterken.

De werking van de medicatie neemt gedurende enkele weken geleidelijk toe en dikwijls voelt men zich na enkele maanden nog steeds verbeteren. Men moet het medicament minstens zes maanden nemen, dan kan men eventueel zeer geleidelijk afbouwen, dit om zeker te zijn dat de symptomen niet terug de kop opsteken.

Sommige mensen kunnen dan stoppen met de medicatie, anderen zullen ze echter veel langer moeten nemen omdat de symptomen steeds terugkomen. Ook als het middel werkt, kan het toch zijn dat niet alle OCD verschijnselen verdwijnen.

SSRI's moeten steeds geleidelijk afgebouwd worden om ontwenningsverschijnselen te vermijden. Deze verschijnen meestal binnen de week na het stoppen en verdwijnen spontaan binnen de drie weken. Symptomen van ontwenning kunnen zijn: duizeligheid, misselijkheid, zich slaperig voelen of juist slapeloosheid, hoofdpijn.

Gedragstherapie

Gewoontepatronen zoals wassen en controleren gaan vaak niet weg met medicatie alleen, het lijkt wel een verslaving te zijn die alleen overwonnen kan worden door oefening.

Men vraagt aan volwassenen en tieners met OCD om zichzelf bloot te stellen aan de gevreesde situatie, zoals b.v. het aanraken van een lichtschakelaar, en dan niet toe te geven aan het uitvoeren van de compulsie zoals handen wassen (exposure / response prevention). Soms is het noodzakelijk om de badkamerdeur op slot te doen, zodat het ritueel stopt. Voor kinderen is dit een grote uitdaging en zeer confronterend: zij worden vaak kwaad, raken over hun toeren en kunnen zo wanhopig worden dat ze dreigen met weglopen of met zichzelf of anderen pijn doen. Een beproefde mogelijkheid om met kinderen te werken is, hen duidelijk maken dat de OCD een soort monster is dat baas over hen speelt, en hen aanmoedigen om terug te vechten.

Als we hen kunnen helpen om met hun ouders team te vormen tegen de OCD, dan kan dit tot succes leiden. Soms moeten de kinderen hiervoor enige tijd opgenomen worden in de kliniek, omdat het erg moeilijk is voor de ouders om hier, zonder ondersteuning, thuis aan te beginnen.

Gedragstherapie vraagt veel moed. Weerstaan aan de drang om bepaalde rituelen uit te voeren is even angstaanjagend als uit een vliegtuig springen. Veel oefening doet de terreur geleidelijk afnemen.

Gedragstherapie blijkt echter volgens de Obsessief-Compulsieve verenigingen en vele individuen met OCD, de enige behandeling die mogelijk vruchten kan afwerpen. Psychoanalyse en gesprekstherapieën helpen niet. Gecombineerd met medicatie kan gedragstherapie zelfs blijvende positieve resultaten scoren.

Personen met OCD moeten geen angst hebben dat er op enig moment dwang op hen uitgeoefend zal worden. Ze hebben zelf inspraak in de therapie. Het is een fabeltje dat men, om goede resultaten te bereiken, moet beginnen met onmiddellijke blootstelling aan de meest gevreesde angsten. Het tegenovergestelde is waar, een bekwaam therapeut zal zijn patiënt begeleiden in het behalen van kleine, hanteerbare overwinningen, stap voor stap. Wij hebben zelf ook al eens gehoord van therapiecentra waar men de kandidaten onmiddellijk aan het ergste blootstelt, onder het motto: eens dat doorsparteld, wordt al de rest makkelijker.

Moest u ooit in een dergelijk centrum terechtkomen, weet dan dat u in verkeerde handen bent.

Intensieve gedragstherapie impliceert o.a. de patiënt inzicht verschaffen in de mechanismen van OCD, het geven van cognitieve- en angsttherapie en de begeleiding van de ganse familie. Men kan deze behandeling ambulant volgen, maar soms is een opname in een gespecialiseerde kliniek noodzakelijk. Wanneer een behandelingsplan opgesteld wordt dient men rekening te houden met het volgende :

  • De graad waarin de OCD het functioneren belemmert
  • De tijd die gespendeerd wordt aan rituelen en vermijdingsgedrag
  • De intensiteit van de te verwachten moeilijkheden bij het opgeven van de rituelen
  • Het niveau van ontreddering waarin de patiënt zich op dit moment bevindt
  • En: op hoeveel emotionele steun uit zijn omgeving, kan de patiënt rekenen.

Ben je er klaar voor?

Gewoon van je OCD af willen is niet genoeg.

Emotionele stabiliteit, inzicht in, en totale aanvaarding van het probleem en de behandelingsmethoden, zijn noodzakelijke voorwaarden, evenals bereidheid om absolute prioriteit te geven aan de behandeling, al moet je er vakantie of loopbaanonderbreking voor aanvragen.

Andere vereisten zijn: de bereidheid om ongemak en frustratie te verdragen, een goed beeld hebben van je motivatie om beter te worden, maar ook van wat je kan hinderen op deze tocht. Verder een goed opgezet plan om praktische problemen op te lossen zoals vervoer, gezinshulp en financiën.

Alhoewel er dus vele factoren zijn waar rekening mee gehouden moet worden alvorens een behandeling te starten, zal het merendeel van de OCD - lijders die het engagement aangaan kunnen rekenen op goede resultaten.

De combinatie medicatie (voldoende hoog gedoseerd) / gedragstherapie (lang genoeg volgehouden), is ideaal.

80% van de behandelde personen reageert op de behandeling.
20% zagen de symptomen volledig verdwijnen.
50% verbeterden dusdanig dat ze terug functioneerden en waren sociaal aangepast.
10% zagen een lichte verbetering maar werden niet sociaal aangepast.

Na de behandeling

Zelfvertrouwen opbouwen. OCD creëert problemen op school bij vrienden en familie. Kinderen vinden het leven en zichzelf soms maar niks wanneer de OCD aan de touwtjes trekt.

Wanneer ze aan de beterhand zijn hebben ze soms extra hulp nodig op school en een duwtje in de rug om hun gewone activiteiten terug op te nemen.

Bronnen: British Columbia's Children's Hospital, Vancouver
Teresa Flyn Ph. D., St. Louis Behavioral Medical Institute / Anxiety Center
Shery Boschert, Clinical Psych. News 27 (4): 18, 1999
Petter T, Richter MA, Sandor P, J Clin Psych. 1998 sep; 59 (9): 456-9

 
Laatste wijziging op 15-02-2007
Copyright © vzw Vlaamse vereniging Gilles de la Tourette