0ppositional defiant disorder (ODD)
 

Wij ontvingen deze informatiebrief van onze collega's van 'Balans' uit Nederland. Balans zet zich in voor kinderen met AD (H) D (aandachtsstoomissen met of zonder overbeweeglijkheid). O.D.D. betekent in het Nederlands: oppositioneel-opstandige gedragsstoomis. Deze stoornis gaat voor 78% samen met andere aandoeningen waaronder voor de helft met AD (H) D Omdat het syndroom van Gilles de la Tourette bij vele van onze kinderen gepaard gaat met ADHD (meestal is dit zelfs het eerste symptoom dat de eigenlijke Tourette enkele jaren voorafgaat) vonden wij het belangrijk om dit artikel hier te publiceren. Met dank aan "Balans' en Arga Paternotte.

Criminaliteit in verband gebracht met ADHD.

Wat moeten we als ouders daarmee ?

Afgelopen najaar ontvingen wij op de vereniging artikelen uit de pers over anti-sociale gedragstoornissen. Daarbij wordt dan meestal ook ADHD genoemd. Het gaat dan vooral over de voorspelbaarheid van crimineel gedrag op latere leeftijd.

Regelmatig krijgen wij van ouders de vraag naar informatie over ODD. Het lijkt wel of deze diagnose steeds vaker gesteld wordt. Als ouders de kinderpsychiater om informatie vragen moet die het antwoord schuldig blijven. Over ODD is alleen vakliteratuur bekend.

Prof. Van Engeland, hoogleraar kinderpsychiatrie in Utrecht, wordt regelmatig geïnterviewd over het verband tussen ADHD en crimineel gedrag. In de wereld van justitie komt langzaamaan ook belangstelling voor dit onderwerp.

Bijna twee jaar geleden verschenen in de krant artikelen over dit onderwerp naar aanleiding van een onderzoek van kinderpsychiater Th. Doreleyers uit het Haagse Julianaziekenhuis. In het voorjaar van 1996 was het onderwerp ADHD en Criminaliteit veelvuldig in de media aan de orde naar aanleiding van de televisie-uitzendingen " A mind to crime".

Wat moeten we als hulpverleners met dit onderwerp als ons daarover vragen worden gesteld? Wat moeten we als jonge ouders (angstig) informeren naar de relatie tussen ADHD en criminaliteit ? Wel, de (tot nu toe bekende) waarheid zeggen natuurlijk! Dat de gedragsstoornis bij kinderen heel vaak samengaat met andere stoornissen. Dat ongeveer de helft van de jongeren met een gedragsstoornis ook een vorm van ADHD heeft. Dat ongeveer de helft van de jongeren met ADHD ook opstandig, agressief gedrag vertoont. (De helft dus niet).

Dat betekent absoluut niet dat de helft van de kinderen met ADHD later crimineel zal worden. Ze hebben een groter risico. Maar met tijdig goede hulp kan er veel ellende voorkomen worden.

Prof. Van Engeland: 'De helft van alle criminelen is helemaal niet gedragsgestoord. De andere helft viel ais kind wel op door agressief gedrag. Van alle kinderen met gedragsstoornissen blijft meer dan de helft op het rechte pad. Of een kleuter later zal uitgroeien tot een crimineel is dus niet te voorspellen. Niet aan de hand van een hersenonderzoek noch aan de hand van de diagnose van een gedragsstoornis. Ze vertellen wel iets over het mogelijke risico. Maar dat doen slechte sociale omstandigheden ook. Als kinderen meer kansen krijgen zal de criminaliteit waarschijnlijk afnemen.'

Wat zijn gedragsstoornissen ?

Gedragsstoornissen worden in de DSM IV (het handboek voor psychiaters) disruptive behavior disorders genoemd. DSM is de afkorting van Diagnostic and Statistical Manual of mental Disorders. Het is een classificatiesysteem dat artsen in de hele wereld houvast geeft dat ze over hetzelfde soort probleem spreken. Dit systeem wordt gebruikt bij een diagnose. Bij een diagnose spelen ook de factoren mee in welke mate het kind in zijn ontwikkeling wordt bedreigd door de stoornis.

Er worden in de DSM IV verschillende gedragsstoornissen onderscheiden:

  • ODD: Oppositional Defiant Disorder. In het Nederlands: 'oppositioneel opstandige gedragsstoornis.'
  • CD: Conduct Disorders.In het Nederlands:'gedragsstoornis'.
  • Andere gedragsstoornissen. Daar staat dan bij NOS. In het Nederlands: 'niet anders omschreven'. (net als bij PDD-NOS)

Kinderen met ODD vallen op omdat ze :

  • dikwijls hun geduld verliezen
  • vaak met volwassenen in discussie gaan
  • de regels die door volwassenen worden gesteld aan hun laars lappen
  • vaak anderen ergeren
  • anderen de schuld geven van hun eigen fouten
  • gauw geraakt zijn door anderen
  • snel kwaad worden en zich beledigd voelen
  • zich wrokkig, nijdig en boosaardig gedragen
  • dikwijls vloeken en grove taal gebruiken

Dit gedrag heeft ieder kind en iedere volwassene wel eens. Je kunt pas spreken van Oppositionele stoornis als het kind heel vaak heel veel van deze gedragingen vertoont. Dat kan alleen een kinderpsychiater goed beoordelen. Een oppositionele gedragsstoornis wordt onderscheiden van een zgn. Conduct Disorder (gedragsstoornis). Bij ODD is opstandig, ongehoorzaam gedrag aanwezig, maar is agressief, gewelddadig gedrag afwezig.

ODD gaat vaak samen met: - leerproblemen - stemmingsproblemen - hyperactiviteit - verslaving

Kenmerk van een gedragsstoornis is dat het lastig te behandelen is omdat:

  • het kind over het algemeen weinig probleembesef heeft (als dit ook bij de ouders zo is wordt het extra moeilijk)
  • het kind de schuld van het probleem dikwijls bij anderen legt (niet hij is lastig maar hij wordt uitgelokt)
  • er in eerste instantie winst is met oppositioneel gedrag (de omgeving is bang, geeft toe, het kind kan de omgeving naar zijn hand zetten)

Behandeling van een gedragsstoornis is wenselijk op zo vroeg mogelijke leeftijd. Naarmate de conflicten en frustraties langer bestaan is het meer in het gedrag ingeslepen en is het moeilijker het gedrag om te buigen in de goede richting. Zoals de meeste (kinder-) psychiatrische stoornissen werden ook gedragsstoornissen vroeger behandeld met psychoanalytische therapie. De gedachte was dat een kind door nauw contact met de therapeut zijn 'vroegere trauma's' kan verwerken en daarna met een schone lei verder door het leven kan gaan. Veel overtuigend bewijs is hiervoor nooit gevonden.

Eind jaren zestig werd begonnen met gedragstherapie. Vanaf het midden van de jaren tachtig werd steeds duidelijker dat deze behandelingen meer resultaat opleverden dan de psychoanalyse. Gedragstherapie is gebaseerd op operante leerprincipes (oorzaak en gevolg leren). Het gaat dan, grofweg gezegd, om het aanleren van gewenst gedrag en het afleren van ongewenst gedrag. Er zijn daarvoor de laatste jaren verschillende methoden ontwikkeld. O.a. Cognitieve therapie kort gezegd: leren denken over mogelijke oplossingen.

Bv. De stop-look en listen therapie van Meichenbaum die veel wordt toegepast bij ADHD. Er is nog haast geen onderzoek dat aangeeft wat bij de behandeling van ODD het meeste resultaat geeft. Over het algemeen kan gezegd worden dat ouderbegeleiding samen met medicatie de meeste kansen biedt.

Medicatie

Er bestaat (nog) geen medicatie voor gedragsstoornissen. Medicijnen worden vooral toegepast wanneer sprake is van bijkomende problemen zoals bijvoorbeeld ADHD of depressiviteit.

  • Medicatie bij gedragsstoornissen wordt onderscheiden in:
  • medicatie in crisissituatie ( om acuut gevaar af te wenden)
  • medicatie voor chronische situaties om patronen te doorbreken.
  • Er worden medicijnen voorgeschreven voor ADHD voornamelijk psychostimulantia zoals methylfenidaat (Rilatine).
  • Er worden medicijnen voorgeschreven voor depressiviteit, de antidepressiva zoals bijvoorbeeld desipramine (Pertofran).
  • Er worden medicijnen voorgeschreven voor chronisch agressief gedrag. Dit zijn medicijnen uit de groep van de neuroleptica zoals bijvoorbeeld pipamperon (Dipiperon) of in zwaardere gevallen thioridazine (Melleril).
  • Er worden voorts ook medicijnen voorgeschreven uit de groep van de medicatie voor epilepsie (de anticonvulsia) bv. carbamazepine (Tegretol).
  • En tenslotte worden er ook medicijnen voorgeschreven uit de groep van de Bètablokkers bvb: propanolol (Inderal).
 
Laatste wijziging op 15-02-2007
Copyright © vzw Vlaamse vereniging Gilles de la Tourette