Dokters, dokters en nog eens dokters
 

Voor zover ik mij kan herinneren was Dr. A. mijn eerste dokter, een kinderarts dus. Een minzaam man met een zeer groot hart voor kinderen. Een ietwat grauw aangezicht met blauwroze lippen en een witmetalen bril. Op een keer, wanneer mijn moeder hem wou betalen, geraakten ze er niet uit kwestie van wisselgeld. Ik spaarde toen alle maanden één briefje van twintig frank van die groene met Koning Boudewijn op. Ik had daar zo al een flink pakje van zitten in een persoonlijk portefeuille wat in een hoekje in de zilverkast lag.

Toen ik zag dat Dr. A niet kon weergeven stond ik daar algauw met mijn kapitaal te zwaaien om hem te helpen. Sinds die dag ben ik door Dr. A. 'den bankier' gedoopt en dat is zo gebleven voor altijd. Ik was toen zeer trots op die troetelnaam. Deze zeer zorgzame pediater heeft mij éénmaal gehospitaliseerd voor een bloedvergiftiging en één maal voor hepatitis (zeer besmettelijk).

Die 'geelzucht' heeft mij toen op negenjarige leeftijd bijna mijn leven gekost. Maar geen paniek Dr. A. heeft "zijnen bankier" er terug bovenop gekregen. Reeds toen stelde mijn moeder ook de vraag hoe dat zat met mijn oogknipperen? "Afwachten en er niet te veel over bezig zijn, er is kans dat zoiets wel zal weggaan wanneer de kleine van bloed verwisselt, zoiets gebeurd enkele malen in het leven."

Die periode woonden wij in de stad en wij zijn vandaar naar Hoboken verhuisd. Ik was toen al wat ouder en ik mocht toen naar een huisdokter, Dr. L. Jongens, was me dat een kerel, die was sneller binnen en buiten dan de 'roadrunner himself'. Dr. L. was altijd gehaast en liet alle deuren openstaan, ook die van zijn B.M.W. die hij achterliet met draaiende motor.

In die periode was ik ook op consultatie geweest bij de zo gerenommeerde Dr. T. (neuropsychiater) die mij haloperidol (Haldol) voorschreef en die een brief had geschreven naar Dr. L., de huisarts, om mij wat op te volgen met mijn tics.

Van Dr. L. mocht ik beginnen met drie druppeltjes per dag van dat spul en zo opbouwen naar drie maal vijftien druppels per dag waar ik dus na een bepaalde periode mee bezig was. Ook moest ik maar eens regelmatig voor de spiegel zitten en iedere keer dat ik zo een tic kreeg met mijn hoofd moest ik maar eens goed met mijn vuist tegen mijn hoofd kloppen, dan leerde ik die tics wel af, aldus Dr. L. Wat de man vergat was dat ik met moeite in de spiegel kon kijken want van de vierentwintig uren op een dag was ik er amper vier wakker en hoe wakker dan nog?

Die Dr. L. was voor het overige best een geschikte vent en een goede huisdokter. Wel heb ik hem drie B.M.W.'s weten total loss rijden en doet het de ronde dat hij eens met een injectiespuit in de aanslag (want die maakte hij klaar in zijn auto) een mevrouw bij hoog en bij laag wilde inspuiten, die hem maar met veel kabaal en uiterlijk vertoon, van haar lijf kon houden en overtuigen dat hij in het huis daarnaast moest zijn. Enfin, dit bleek één van Dr. L.'s laatste straffe toeren nadat hij eens in een garage was binnengeflitst in het donker om een patiënt te bezoeken die in het bovenliggende appartement verbleef. De Dr. dacht dus wel de weg te vinden zonder licht aan te steken met als gevolg dat 'den dok' met zijn valiesje in de smeerput lag, serieus aangeslagen zo bleek want de ziekenwagen heeft hem daar komen ontzetten.

En zo kwam ik bij Dr. L. J. terecht. Een zeer waardig en zelfzekere jonge dokter. Complete tegenpool van Dr. L. Wanneer Dr. L. J. in zijn Volkswagentje stapte, bepaalde hij telkens met de armen of zijn stuur wel op de gewenste afstand stond, ook de rugleuning werd aangepast en dan vervolgens werd traag maar zeker de riem aangegespt die toch ook nog even op maat werd gebracht. Na zoveel jaren Dr. Roadrunner beleefden wij nu Dr. Turtle, allee dat was weer eens wat anders hé.

Dr. L. J. was ook een bekwaam en toegewijde huisarts maar hoe ouder hij werd hoe meer overwerkt hij er begon uit te zien en hoe meer hij mijns inziens aan muggenzifterij begon te doen. Meer bepaald bij het invullen en ondertekenen van mijn jaarlijks keuringsblad voor het beoefenen van mijn geliefkoosde bezigheid, het sportparachutisme.

Die periode was ik ook in behandeling gegaan bij Dr. M., een neuropsychiater die werkte in het St.-Petersziekenhuis onder toezicht van oud bekende Dr. T. Ik was daar verzeild geraakt op de A-Dienst (een afdeling voor zenuwgestoorde en psychiatrische patiënten) door toedoen van Dr. H.B. ook een neuropsychiater, een vrouw, waar ik een tijdje sessies bij liep. De eerste week lag ik daar maar in observatie en ik had dus niet veel om handen wat mij noopte mij bezig te houden met lezen.

Ik las daar toen in "Het Beste" van "Readers Digest" een artikel over Het syndroom van Gilles de la Tourette (voor de eerste keer in mijn leven, ik was toen vijfentwintig.)

Uiteraard herkende ik mijzelf een beetje in dat artikeltje, want lang was dat niet. Uiteraard appelleer ik Dr. M. hierover, maar oei-oei, "Dat zijt gij helemaal niet jongen, nee, iemand met Tourette hé dat is iemand die bv. Ineens zijn tas koffie of zijn pint zomaar over zijn rug weggiet en daar hebt gij in geen verste verte iets mee te maken."

Zei hij. Volgens Dr. M. zat ik met diep ingewortelde angst van in de moederschoot ofwel van bij de geboorte ofwel van kortelings na de geboorte, een onverklaarbare angst die mij die tics bezorgden.

Met psychotherapie of met psychoanalyse of met Gestalt-therapie zou ik genezen kunnen worden in minimum één en maximum vijf jaren.

Kijk eens aan zeg ik kon zelf kiezen welke trukendoos van toepassing zou worden op mijn psyche in afwachting van de wonderbaarlijke genezing.

Ik ben dan met die Gestalt-therapie begonnen bij een andere psychiater (ook een vrouw, die liggen mij blijkbaar beter) maar ik heb dat na een jaar reeds opgegeven. Om de veertien dagen 1500 Bfr. betalen waarvan ik de helft aan mijn broek hield, dat was in die periode voor mij financieel te zwaar om dragen, mijn toenmalig beroep was kuisvent in een O.C.M.W. ziekenhuis en dat verdiende maar een matig tot zwak loontje, bovendien was ik al dat 'schrikkengedoe' meer dan zat, al die beterweters konden mij toen gestolen worden.

Ik woonde toen alleen en dat bleek achteraf de zaligste periode uit mijn leven omdat ik alleen maar deed of niet deed waarin ikzelf zin in had, zonder mij van iets of iemand iets aan te trekken, zonder rekenschap te moeten geven aan derden, buiten mijn werk natuurlijk

Maar daar kon ik routinegewijs mijn job doen zonder dat daar veel vragen werden over gesteld.

Die periode was ook duidelijk mijn "NEE" periode. Ik had het boek gelezen: "Zeg geen ja als je nee wilt zeggen" (van Fensterheim), een boek dat handelde over assertiviteit. Geloof het of niet maar ik schiep er een hels plezier in om nee te kunnen zeggen zelfs al was het alleen maar om het woord zelf te doen. Dat heeft mij geweldig vooruitgeholpen, klaarblijkelijk was ik door mijn Tourette zo gewoon geworden van altijd maar toe te geven aan iedereen en God en Klein Pierke dat ik mij niet meer van het normale bewust was. Er werd van in mijn jeugd al van mij geprofiteerd zodanig dat men zelf van misbruik mag spreken. Dat kwam in mijn NEE periode dus allemaal weg te vallen wat door mij als een geweldige bevrijding werd ervaren. Met verloop van tijd is de JA tot NEE verhouding in mijn binnenste zich gaat uitbalanceren en dat heeft mogen leiden tot mijn huidige evenwicht. Na een jaar is dan een knap meiske bij mij komen wonen (mijn huidige vrouw) en ja, vrouwen blijken nu eenmaal eisen te stellen zodoende was de zalige rust zo vlug weg als ze was gekomen en die rust is sindsdien nooit meer weergekeerd.

Een vrouw en een man op een piepklein appartementje, u raadt het, er was al vlug een kindje op komst, een kindje dat er bewust en uit volle liefde is gekomen (evenals de volgende twee), toen niet wetende wat ik nu weet: dat Tourette vastzit op een gen en dus wel voor erfelijkheidsoverdracht zorgt. Had ik dat toen geweten, ik zweer het u, lieve lezers, ik had nooit kinderen verwekt. Toch hebben wij nu drie knappe meisjes waarvan, buiten eens een banale tic, er nog niet één duidelijk Tourette gedrag vertoont, voorlopig houden wij er voor onszelf en voor hen de moed dus in.

Later kreeg ik zin om de stad te ontvluchten en zijn we hier in Wuustwezel terechtgekomen. Hier zijn wij met een jonge huisdokter in zee gegaan, reeds acht jaar lang, een zeer geschikte kerel, één van die generatie die ge met de voornaam moogt aanspreken, de Gust dus. Een zeer toffe man met een uitgesproken gevoel voor humor, niettemin is hij wel zeer ernstig met zijn vak bezig. De Gust heeft van mijn Tourette nooit een probleem gemaakt, hij vult ook jaarlijks mijn medische sportgeschiktheid in tot beoefening van jiu-jitsu en mijn valschermspringsport, meer bepaald het uitoefenen van vrije vallen. Ja, u leest het goed, ik spring al van einde 1982 uit diverse vliegtuigen vanop vijfhonderd tot vierduizend meter hoogte. De springende touretter of de tourettende springer, ha, ha.

Waarom niet hé, ik voel mij echt in mijn sas met mijn sportbeoefening, op die momenten LEEF ik tenminste zeg. Wij sportpara's, wij zijn maar met amper vijftienhonderd in heel België dus wees gerust, in ieder Belgisch paracentrum kennen ze 'mijne knikkenbol' al reeds. Ik moet wel toegeven dat het parawereldje een zeer eng en raar machowereldje is, niet doordringbaar voor de leek, da's nu eenmaal zo, ik heb dat zo niet gemaakt hoor. Toch heb ik in dat wereldje menige echte mensen ontmoet, mensen waar ge iets aan hebt als het erop aankomt en uiteraard vice versa. Ja, ik mag wel zeggen dat ik aanvaard ben in paramiddens.

Ook op de tatami van onze plaatselijke jiu-jitsuclub ben ik aanvaard, ik ben daar toch ook al een jaar of zes mee bezig zo'n tweemaal per week. Springsport of vechtsport, beide zijn voor mij sporten waarin om te beginnen iedereen gelijk is.

Met de witte kimono aan is het alleen de kleur van de gordel die verschilt, wat eigenlijk nog meer een nadeel is voor de gevorderden want die worden geacht in alle nederigheid meer pijn te verdragen dan de minderen in kunnen.

In de springsport, in volle vrije val is iedereen, meer nog dan zelfs naakt, evenveel of even weinig waard. Wanneer men tegen een slordige tweehonderd kilometer per uur richting aarde toe suizend het noorden, of misschien alle windstreken, kwijt geraakt dan zal je snel tussen de koeien in 't gras liggen zwemmen of je nu dokter of kuisvrouw bent, op zo'n moment doet dat er niet toe begrijpt ge? Dat juist gelijk zijn en die volle, doch gecontroleerde agressie die ik totaal moet geven in mijn beider sporten, die werken stimulerend in op mijn Tourette, zaaaaalig hoor.

Excuseer, ik ben even afgedwaald want eigenlijk was ik bezig over dokters. Wel ik heb een jaar of twee geleden mijn neusbeentje willen laten verwijderen, althans dat was de bedoeling, in samenspraak met Dr. V. (neus - keel - en oorspecialist).

Die vent lag mij al van in het begin niet, maar mijn vrouw werkt in het ziekenhuis als poetsvrouw en zodoende voor alle gemakkelijkheid zou ik de ingreep daar dan wel laten doen. Die Dr. V. is wel een zelfingenomen ijdel en arrogant manneke maar kom, een neusbeentje verwijderen dat kan zelfs een beenhouwer om de hoek dacht ik. Wel na de ingreep stond mijn neusbeentje er nog in, maar het bleek wel te zijn rechtgezet. Dr. V. beweerde nooit te hebben gezegd het eruit te zullen halen. U kan reeds gissen hoe erg ik mij toen al bekocht voelde. Ik vond dat een zeer oneerlijke toestand en mijn lichaam heeft zich daar nadien erg tegen verzet. Ik had pijn van de operatie maar ook van de onmacht en dat maakte dat ik gans mijn verblijf in het ziekenhuis zo hard heb liggen schudden in mijn bed dat het er bijna van uit mekaar viel. Voor de operatie had ik Dr. V. ook medegedeeld dat ik onderhevig was aan het syndroom van Gilles de la Tourette, "het WAT?", was zijn zelfingenomen reactie.

"Nog NOOIT van gehoord", klonk het nog ietwat arroganter.

Later op de operatietafel herinner ik mij nog dat een verpleegster aan Dr.V. vroeg terwijl ik nog niet onder narcose was: "Dokter, meneer schudt en beeft zo?" Antwoord van de dokter: "Da's niks, die heeft één of andere zenuwziekte. Zeg zouden we dat er niet kunnen uitsnijden?" Die verpleegster kon daar niet mee lachen, ik trouwens evenmin. Tot zover Dr. V.

Dan is Dr.L.H. een meer verfijnde dokter hoor.

Ik was bij haar in behandeling nadat er een metaalsplintertje in mijn oog was terechtgekomen bij het slijpen van ijzer. Dat was de tweede maal in mijn leven dat ik bij een oogarts terechtkwam, dus wist ik ook niet hoe die de dag van vandaag te werk gaan. Bleek dus dat na het bekijken van die splinter dat ding er ook nog eens moest worden uitgeprutst. In mijn oog peuteren, ho maar, toen kreeg ik het even benauwd en vond ik het ook nodig om Dr.L. H. in te lichten over mijn Tourette. Die Tourette was haar toch niet helemaal bekend en ze vroeg mij: "Maar wat heb je dan?" Ik zei: "zenuwtrekken met mijn hoofd dokter. "O", antwoordde zij, "ticskes. Dat is niet erg hoor ik haal wel even iemand." Enige ogenblikken later verscheen de dokter terug met een nogal stevig gebouwde verpleegster. Dr. H. vertrouwde mij toe dat ze de splinter aanstonds ging verwijderen terwijl ik met mijn hoofd tegen de beugel van het onderzoeksapparaat zou leunen en de verpleegster met zachte dwang mijn hoofd mee op de plaats zou houden.

Zo geschiedde dat, zeer kordaat maar in alle sereniteit, da's toch geweldig niet, waarom kan dat overal niet zo zijn. Ik voelde mij daar onmiddellijk op mijn gemak én geestelijk én lichamelijk en alhoewel Dr. L. H. naar mijn gevoel, in mijn oog zat te scratchen met één of andere afgedankte schroevendraaier is heel die ingreep daar feilloos verlopen. Geen rimpel in mijn aangezicht heeft zich bewogen en geen spier heeft zich daar vertrokken. Wat een weelde toch, wat een luxe voor iemand met Tourette. Dank U Dr. L.H. Later heb ik haar dan ook een brochuurtje bezorgd van onze TS vereniging, hopelijk heeft ze zich verder geïnformeerd.

Lieve lezers ik zit zowat door mij dokters heen. Ik heb er nog drie, twee vrouwen en één man, alle drie neuropsychiaters waarvan de mannelijke dokter behoorlijk wat tics zat weg te snokken in zijn kabinet. Vermeldenswaard is dat ik in verloop van jaren na mijn 'Haldol' avontuur ook nog eens 'Tiapridal' heb uitgeprobeerd en ik had de ervaring dat samen met mijn tics ook mijn ganse lichaam werd onderdrukt.

De zeldzame momenten van de wil om te bewegen, vertaalden zich dan in een stevige hoofdknik, meer uit kolère omdat de rest van mijn lijf niet meer bewoog.

Enfin, ik sluit af, ik heb het weer eens goed kunnen (lees: mogen) zeggen en dat lucht geweldig op. Ik sla mij er wel doorheen, meestal dag na dag maar soms ook als ik veel last heb van tics uur na uur. Toch ben ik maar weinig pessimistisch, voor mij blijft de fles halfvol hoor.

Het leven heeft mij tot hiertoe (ik wordt vierenveertig) zoveel mooie, innige, zalige, diepzinnige, romantische, diepmenselijke, levenslustige en noem maar op welke momenten ook bezorgd.

Die andere vervelende momenten, de tegenpolen van het hierboven vermeldde, die zitten ergens diep verborgen waar ze nog maar met zeer veel moeite boven te halen zijn. En toch, als ik 's morgens om zes uur mijn plakogen probeer open te wringen dan gaat er zoiets door mij van: "Godver.'t is nie waar hé, ik ben er nog." Maar als ik even later onder de hete douche vandaan kom en ik drink mijn kopje warme thee met honing en melk zoals iedere morgen dan denk ik vrij vaak: "Kom op jong, ge gaat er weer voor." Voor wat? vragen nu sommige mensen met Tourette zich af. Wel, simpel, voor een nieuwe dag waarvan ik nog niet weet wat die mij brengen zal, dus wanneer het niet gaat improviseer ik wel op het moment zelf en worstel ik me er weer door zoals ik precies al eeuwen doe. Eeuwen doe? Ja, voor een iemand met Tourette loopt de wereld wel even sneller als voor een ander maar wie weet word ik misschien wel honderd en wie weet is dat voor iemand met Tourette een wereldrecord.

Mede-Touretters, ouders, familieleden en naaste vrienden van mensen met Tourette, houd de moed erin en blijf lachen.

Maar als ge gaat doktoren weet dan wel dit: er zijn veel dokters maar slechts weinig geneesheren.

 
Laatste wijziging op 15-02-2007
Copyright © vzw Vlaamse vereniging Gilles de la Tourette