Je bent toch wel ZEKER dat je
HEEL DRINGEND
een nieuwe hoofdtelefoon MOET hebben?
Reeds vele jaren tracht ik de innerlijke beleving van dwangmatig denken
te doorgronden en te begrijpen. Ik weet niet of ik het ooit echt zal 'vatten',
maar ik doe mijn best. Deze anekdote gaat vele jaren terug. Mijn zoon,
toen 11 jaar oud, wilde graag, nee wilde DRINGEND, een nieuwe hoofdtelefoon
voor zijn walkman. Het is algemeen geweten dat iemand die geobsedeerd
is door iets, moeilijk nog aan iets anders kan denken. Het verhaal begint
dus op de dag dat mijn zoon aankondigde: 'Ik heb een nieuwe hoofdtelefoon
nodig voor mijn walkman'.
De mededeling kwam op een zondag. Na overleg werd er afgesproken dat
hij inderdaad een nieuwe hoofdtelefoon kreeg. Er was echter een klein
probleem. We konden hem maar pas de volgende vrijdag gaan kopen. Vijf
volle dagen moesten wij en onze zoon leven, werken, het huishouden doen,
naar school gaan, alsof er niets bijzonders aan de hand was. Hah!
ALLE dagen tot en met vrijdag verliepen als volgt:
'Kunnen we echt vandaag niet naar de winkel gaan?
Wanneer gaan
we dan naar de winkel?
Waarom kunnen we NU eigenlijk niet naar
de winkel?
Hoe laat gaan we vrijdag dan naar de winkel?
En waarom niet vroeger?
Had jij een hoofdtelefoon toen je klein
was?
Hoe was dat om geen hoofdtelefoon te hebben?
Moest
je een hoofdtelefoon gehad hebben, welke had je dan gewild?
Denk
je dat er binnen 10 jaar nog hoofdtelefoons zullen zijn?
Hoe zullen
die er dan uitzien?
En gaan die dan nog passen op mijn walkman?
En als ze niet passen wat moet ik dan doen?
Zullen de winkels
die hoofdtelefoons verkopen nog dezelfde zijn als nu?
en zo voort
en zo voort en zo voort.
Mijn zoon heeft de 'OCD gave' om dezelfde vraag steeds op een iets andere
manier te herhalen, verheven tot een kunst.
Zijn aandacht afleiden van het 'Grote Hoofdtelefoon Evenement Op Vrijdag',
hem terug aan de gang zetten voor zijn taken en huiswerk (aagh!) was een
opgave die monumentale proporties aannam.
Hoe leg je aan zijn leerkracht uit dat zijn huiswerk deze week extreem
slordig is omdat hij voortdurend aan een HOOFDTELEFOON moet denken?
Hoe leg je aan je kind uit dat de intense spanning die hij voelt, zijn
gebrek aan concentratie en ja, ook zijn geïrriteerdheid, veroorzaakt
wordt door zijn dwanggedachten? Tegelijk kreeg hij ook nog eens last van
een pijnlijke buikspiertic waar hij zich heel ongemakkelijk bij voelde.
Heel die hoofdtelefoongeschiedenis had dus zelfs een invloed op zijn tics,
ze werden namelijk erger.
Het is een feit dat elk kind dat intens naar iets verlangt, daar af en
toe over praat of mee bezig is. Het verschil bij ons was dat hij er bijna
ononderbroken over dacht, sprak en vragen stelde, vanaf het moment dat
hij wakker werd tot hij ging slapen.
Ik heb van mijn zoon geleerd dat het perfect mogelijk is om een eindeloze
combinatie van vragen te creëren rond 1 stom voorwerp.
Het is VRIJDAG, de grote dag! We vertrekken naar een soort maxi-supermarkt
waar ze bijna alles hebben, 'food' en 'non-food', want ik moet ook levensmiddelen
inkopen. Ik ben er in mijn onschuld van overtuigd dat ze daar ook de hoofdtelefoon
zullen hebben die mijn zoon wil.
Ze hebben de JUISTE hoofdtelefoon NIET! En dan volgt er dit:
'Wat een stomme winkel!
Waarom hebben ze dat nu niet?
Kom,
we zijn hier weg!
Hoe? Waarom kunnen we nu niet onmiddellijk naar
een andere winkel gaan?
.'
Hij wordt kwader met de minuut. (Het maakt geen verschil dat ik hem uitleg
dat ik nu toch eerst nog even mijn eigen boodschappen moet doen.)
Hij wil zelfs niet proeven van de kraampjes met 'eetstaaltjes', wat hij
anders zo graag doet. Al wat hij wil is zo snel mogelijk buiten geraken
om naar een andere winkel te gaan.
Wanneer hij ziet dat ik toch mijn boodschappen ga doen herpakt hij zich
en begint te 'helpen'.
Hij rukt het boodschappenlijstje uit mijn handen en begint verwoed alles
bijeen te zoeken en in de kar te kieperen. Nog nooit stond ik zo snel
terug op de parkeerplaats.
Dan maar op weg naar een andere winkel, ditmaal een zaak die gespecialiseerd
is in audiomateriaal.
Ik bid in stilte dat ze daar toch de 'juiste' hoofdtelefoon mogen hebben.
Ze hebben er TWINTIG! Welke moet hij nu kopen? Lezers kunnen nu hun verbeelding
gebruiken en een totaal nieuwe reeks vragen bedenken. Ik ben zeker dat
ze niet veel zullen verschillen van de 'echte' vragen.
Uiteindelijk wordt er gekozen, OEF!
Het is een hoofdtelefoon met een uitgebreide waarborg. Indien er gelijk
wat aankomt zal de winkel hem gedurende drie jaar kosteloos vervangen.
Ik kreun inwendig. Wat de winkelier niet weet, maar deze mama wel, is
dat binnen veertien dagen deze hoofdtelefoon 'iets' zal mankeren. (Achteraf
bleek dat we een record gebroken hebben - de hoofdtelefoon is een maand
'goed' geweest.)
Eindelijk zijn we klaar en op weg naar huis. Ik denk al aan het avondeten
en dan zegt mijn zoon plots: 'Ik had tegelijk heroplaadbare batterijen
moeten kopen voor mijn walkman!
Dat is veel beter
En op
termijn ook voordeliger
Wanneer kunnen we erom gaan?
Welke
batterijen zijn de beste?
Waren er al heroplaadbare batterijen
toen jij klein was?
'
Zucht, is het nodig dat ik nog verder ga?
Wanneer ik het bovenstaande even herlees moet ik glimlachen. Het IS inderdaad
een grappig verhaal. Maar ook een triest. Want wanneer ik een stap terugneem
en me even in de plaats van mijn zoon stel, kan ik enkel bedenken hoe
frustrerend het moet zijn om te leven met dwanggedachten.
De meeste mensen vinden het normaal dat je de gedachte aan iets waar je
naar uitkijkt, uit vrije wil naar de achtergrond kan verschuiven. Zo kun
je dan je werk doen en je concentratie richten op je omgeving. Dit was
en is nog steeds niet gemakkelijk voor mijn zoon.
Tien jaren zijn voorbij sinds de hoofdtelefoongeschiedenis. Nog vele gelijkaardige
scenario's hebben zich afgespeeld, teveel om op te noemen en sommigen
helemaal niet amusant.
Maar ik heb elk voorval aangegrepen om mijn zoon te leren en erop te wijzen
wat OCD is en hoe er mee om te gaan. Soms was er ook medicatie nodig.
Nu is hij eenentwintig en meestal weet hij nu zelf wanneer hij weer aan
het 'obsederen' is.
En als hij het zelf niet merkt, staat hij er voor open dat een ander hem
er attent op maakt. Deze bewustwording van zijn dwanggedachten was een
traag en moeizaam proces, dat waarschijnlijk nooit zal eindigen. Maar
hij is toch al tot op het punt gekomen dat hij zijn dwang kan hanteren,
min of meer kan controleren en vooral kan relativeren. Dit geeft hem zelfvertrouwen.
Want al de diploma's, sportmedailles of andere onderscheidingen in deze
wereld betekenen niets wanneer je niet tevreden kunt zijn met jezelf en
aanvaarden kan wie je bent.
Mijn zoon zit eindelijk goed in zijn vel en dat geeft mij een voldoening
die niet te beschrijven is.
Nu hij volwassen is wil hij graag, nee wil hij DRINGEND een eigen auto.
Sorry zoon, daar zul je ditmaal zelf voor moeten zorgen! |