30 seconden in mijn hoofd
 
De wereld rondom is zo mooi, de lente, de bloemen, de vogels en vlinders, maar het is ook zo druk. Zoveel ineens, zoveel gefluit, zoveel licht, zoveel groen, alsof ik ieder blaadje afzonderlijk zie. Duizenden blaadjes, duizenden bijen, duizenden gedachten. Het gonst in mijn hoofd. Het gonst van de gedachten, ideeën, bijen, vogels, zorgen, lumineuze ideeën, piekeren, deuntjes, leuke gedachten, depressieve gedachten, zwart meedogenloos, blauwe hyacint, gele narcis, rode druppel na rozenprik, lentewind, ....

Help, het wordt weer teveel, hé zeg, laat me hieruit, vlug een beetje. Help me dan toch, help vlug, ik haal het niet meer, ik moet eventjes uit deze kermis weg. Te druk, te druk, te druk, nee, niet weer, 't wordt donker in mijn hoofd, mijn kaakspieren spannen zich zo, mijn hoofd weegt te zwaar, mij armen tintelen, ik denk dat ik iemand een klap zal geven. Ik zou heel luid willen schreeuwen, mezelf even willen wegschreeuwen. Ik haal het niet meer, het licht is te fel, het rood licht duurt te lang, alles lijkt zo traag te gaan rondom mij. Het maakt me nog nerveuzer. Ik ben een hoogspanningskabel, 200.000 volt.

Ik sta stil aan het rode licht en zie in een flits alle auto's rond mij, hun kleur, hun merk, de kras op de verkeerspaal, de boom aan de overkant met de lijster om de hoogste tak, het vliegtuig in de hoogte, het geluid van de vrachtwagen, zijn lading, de armen van de chauffeur, de modderspatten op de auto voor me, de rode elastiek in haar haar, haar nekspieren die zich spannen om te vertrekken, de fiets erlangs met het meisje met de tas op haar rug, blauw, met oranje letters. Ik denk aan die tas, aan de tas van mijn zoontje op sportdag, aan zijn picknick in de tas, aan de appel die erin zat, aan die mooie appelboomgaard in Bretagne, aan die tuin in de abdij, aan de rivier ernaast, aan een andere rivier in Florence die ik ooit zag, aan de koeien die er dronken, aan de boerin die ik ken die koeien heeft, die uit de sloot drinken, aan de kikkers in de sloot, aan de kikkervissen in de klas in het lager, hup, groen, ik vlam weg, ik stond 30 seconden voor het licht!

En dit, beste mensen, is leven op de intense manier zoals iemand met Tourette én OCD, ADHD, depressie,... het doet.

Dus als je kind afdwaalt, ... je kunt je niet inbeelden hoe ver hij of zij soms al zit.

En het is zo vermoeiend, zo heel erg vermoeiend.
Zo erg dat je je vermoeide hoofd zo graag eens zou leegkrijgen.
De mallende molen van de mormels van hersenen.

Ik kom thuis en vlucht naar mijn piano. Ik speel de Aria van de Goldberg Variationen van J.S. Bach, en dit mijn beste, komt recht van God. De tranen schieten in mijn ogen, mijn haar staat recht in mijn nek, mijn anders zo nerveuze handen spelen de magische klanken, ik heb geen tics meer, geen gedachten, geen gespannen spieren, geen bewegende benen. Het summum van echtheid, de absolute sereniteit.

Mijn vingers bewegen vanzelf, in mijn hoofd zijn enkel nog de klanken, de hemelse klanken van perfectie, de rust en de emotie.
Dag Chopin, mijn eeuwige vriend, mijn troost toen ik het kleine jonge buitenbeentje was, de impromptus en nocturnes maken zich van mijn vingers meester, diezelfde vingers die door ongeduld geen knoop aan de mouw dichtkrijgen.

Je vous aime, Chopin, à demain. Dag Meneer Satie, dag medeverwarde geest, de Gnossiennes glijden ijl als de klanken van een eolusharp door de kamer en vullen de frisse lentelucht en mijn hoofd. Ik eindig met de Toccata van Bach en wou dat ik nooit van mijn piano wegmoest.

Geschreven voor degenen die het begrijpen of willen begrijpen,

The Princess of Sorrow

 
Laatste wijziging op 15-02-2007
Copyright © vzw Vlaamse vereniging Gilles de la Tourette