![]() |
![]() |
Hoe vaak komt Tourette voor ?
|
Tot nu toe bestaan er geen klinische onderzoeken of laboratoriumtesten om Tourette te bepalen en wordt de diagnose nog altijd gebaseerd op het verloop en de observatie van de symptomen. Vele jaren terug dacht men dat Tourette een zeldzame aandoening was.
Tussen 1968 en 1979 werd geschat dat 1/100.000 mannen eraan zou lijden
(Lucas et al. 1982). Deze nieuwe gegevens betekenen niet dat Tourette tegenwoordig meer voorkomt, enkel dat het nu meer herkend en gediagnosticeerd wordt. Wij ondervinden trouwens ook een toenemende vraag naar documentatie van CLB's en artsen, doordat deze hoe langer hoe meer geconfronteerd worden met kinderen die het Tourettesyndroom hebben. Een andere reden voor de uiteenlopende cijfers is het hanteren van de
diagnosecriteria voor Tourette waarbij de drempel volgens sommige wetenschappers
te hoog ligt. Eén van deze criteria luidt: de tics moeten het functioneren
ernstig verstoren. Men komt daarvan terug omdat bewezen is dat een ernstige
vorm van Tourette niet altijd een belemmering betekent om goed te functioneren.
Dit heeft vooral te maken met 'coping' van het individu, m.a.w. hoe de
persoon Tourette een plaats in zijn leven heeft gegeven en ermee omgaat.
'Copingstrategieën' hebben meer kans om zich te ontwikkelen bij iemand
die als kind goed opgevangen en gesteund werd.
1. De zuivere Tourette, ( enkel vocale en motorische tics). 2. Full Blown Tourette, d.i. het volledige spectrum van Tourettesymptomen waaronder echolalie (onwillekeurig woorden of zinnen nazeggen die men juist gehoord heeft), palilalie (eigen woorden herhalen), coprolalie (schuttingtaal). 3. Tourette Plus (TS+), waarbij de TS gepaard gaat met andere
stoornissen zoals ADHD, OCD of SIB (zelfverwonding). Ook depressie, angst,
persoonlijkheidsstoornissen, oppositioneel vijandig gedrag (ODD) en sommige
leerstoornissen, kunnen tot deze groep behoren. Er wordt aangenomen (uitzonderingen daargelaten) dat kinderen die tijdens
grote specifieke schoolonderzoeken de diagnose van Tourette krijgen en
niet via de dokter (dus nooit eerder medisch behandeld werden voor TS),
voornamelijk tot de eerste groep behoren. Zuivere Tourette geeft niet
zoveel problemen als Full Blown en/of TS+. Kinderen die door een dokter
gediagnosticeerd werden behoren meestal tot de 2 laatste categorieën.
|
![]() |
Laatste wijziging op
15-02-2007
|
Copyright
© vzw Vlaamse vereniging Gilles de la Tourette
|